| In deze tekst staat het tunen van het motorische gedeelte centraal. Chris (T_M_C) heeft deze tekst geplaatst op het forum van http://puchmaxi.dsv.nl 
  op 25 mei 2002. De tekst komt bij het bedrijf Protuning vandaan ( www.protuning.biz 
  ) Ook al heeft een tweetakt motor niet zoveel bewegende delen is het niet zo 
  simpel om de motor meer vermogen te laten produceren. Het probleem van dit gegeven is dat de gas dynamica in de motor bijna niet te 
  voorspellen is.
 Er is op dit moment software te koop waarmee dit tot op zekere hoogte is te 
  voorspellen.
 Een goed pakket op dit gebied is het boek en software van Prof Blair Design 
  and simulation of two strokes.
 Om te bekijken wat er nou verandert moet worden gaan we uit van de vraag wat 
  vermogen nu precies is.
 Vermogen = koppel x toerental  Uit deze formule kun je opmaken dat als je meer vermogen wilt hebben je het 
  koppel moet verhogen, of bij gelijkblijvende koppel het toerental moet verhogen. 
  Nog beter is het om beide te verhogen.
 Om een start te maken beginnen we met het koppel.
 Wat is koppel?
 Dit is de kracht waarmee het ontbrandend mengsel de zuiger naar beneden drukt.
 Om dit fenomeen te verhogen dient de vullingsgraad van de motor verbetert te 
  worden.
 Dit betekent dat de poort groottes van de cilinder aangepast dienen te worden.
 Vaak wordt alleen de uitlaat poort en bij zuiger gestuurde motoren de inlaat 
  aangepast.
 Een betere methode is om de spoeltiming aan te passen aan de uitlaat timing.
 Tevens moet men de doorstroming verbeteren zodat met alle aanpassingen een betere 
  vulling van de motor bereikt wordt.
 Wat kan men zoal veranderen?  1 Cilinder. 2 Carter.
 3 Cilinderkop.
 4 Krukas.
 5 Uitlaat.
 
 Als je de spoeltiming wilt aanpassen aan de uitlaat timing ben je ongeveer de 
  volgende richtlijnen nodig:
 Uitlaattiming spoel timing inlaat timing  170° 120° 150° 180° 124° 160°
 190° 128° 170°
 200° 132° 190°
 Natuurlijk zijn dit alleen richt waarden waarbij je niet moet vergeten dat 
  de timing ook afhangt van de gebruikstoepassing. Heb je een motor voor enduro zal de motor niet zoveel toeren draaien dus minder 
  sterke pulsen nodig hebben en daardoor ook grotere spoelpoorten hebben en als 
  dit niet mogelijk is langere tijden open staan.
 Heb je een race motor zal naar verhouding de spoeltiming lager liggen maar toch 
  veel oppervlakte hebben.
 Dus begrijp uit het bovenstaande wel dat de timing nog niets te maken heeft 
  met de oppervlakte van de poort.
 Om een goede combinatie van deze maten te krijgen zie je ook dat de motor voor 
  hoge prestaties dan ook altijd een korte slag heeft.
 Om verder sterke pulsen te krijgen in de motor zal ook het volume in het carter 
  zo klein mogelijk moeten zijn. Hierdoor wordt het volume van de pomp (zuiger) eigenlijk niet kleiner maar wel 
  effectiever.
 De op deze site staande NSR50 heeft een aangepaste krukas welke veel minder 
  dode ruimte in het carter achterlaat, de speling in het carter is 0.2mm.
 Als je dit blok vergelijkt met een blok met een standaard krukas begint dit 
  blok al bij een lager toerental te trekken en trekt ook harder door.
 Dit betekent dus als je de dode ruimte in het carter kleiner kunt maken moet 
  je dit zeker niet nalaten.
 Ook de cilinderkop draagt bij tot een goede loop van de motor. Bij een verkeerde vorm, compressie of squish hoogte zal de motor of warm lopen 
  en als dit te erg wordt zelfs vastlopen of de motor levert geen vermogen.
 Is de vorm goed gekozen, de compressie op de juiste hoogte en de squish hoogte 
  goed afgesteld dan blijft de motor redelijk op temperatuur en zakt het vermogen 
  niet in als de motor langere tijd op vol vermogen draait.
 De krukas is een onderdeel die vooral bij kleinere motoren veel problemen kan 
  geven. Deze is vooral belast op doorbuigen, waarbij de krukwangen naar binnen kunnen 
  schuiven op de big-end pen.
 Door de hier optredende warmte ontwikkeling komt de smering van het big-endlager 
  in het gedrang en loopt het lager er uit.
 Ook de uitlijning van de krukas is van belang.
 De slingering van de twee assen mag niet meer dan 0.02mm bedragen.
 Om maximaal vermogen uit de motor te krijgen is een goede uitlaat erg belangrijk. 
  In principe moet de uitlaat eerst een "onderdruk" op de uitlaatpoort 
  creëren waarna vlak voor de zuiger de uitlaatpoort sluit er een dusdanige 
  overdruk in de uitlaat wordt gecreëerd zodat het verse mengsel welke in 
  de uitlaat terecht is gekomen wordt terug geduwd in de cilinder.
 Hieruit blijkt dan ook dat men goed moet weten waar voor de motor moet dienen 
  en wat voor een poort timing de motor heeft.
 De poorttiming de poort hoeken en de oppervlakte van de poorten zijn van groot 
  belang voor de afgifte van het vermogen. De hoogte van het te halen toerental is niet alleen afhankelijk van de uitlaat 
  poort hoogte maar ook van de squish hoogte en de uitlaat maten.
 Tevens moet de spoeling voldoende tijd hebben om vers mengsel in de cilinder 
  te krijgen.
 Om dit goed te krijgen is het raadzaam om de poort-tijd-oppervlak te berekenen.
 Deze berekening geeft de poort timing weer in relatie tot cilinderinhoud en 
  toerental.
 De meeste tuners welke volgens dit principe werken weten ook de getallen welke 
  nodig zijn om het gewenste resultaat te krijgen.
 Als men een cilinder wil veranderen moet men zich eerst afvragen van wat voor 
  vermogen men als resultaat wil zien.  Maximum top vermogen of een meer verspreid vermogen met een lager top vermogen. 
 Over het algemeen kan men stellen dat als men een hoog topvermogen wil hebben 
  de cilinder aan de volgende eisen moet voldoen:  Uitlaatpoort opent over de totale breedte. Spoelpoorten Alle poorten openen gelijktijdig.
 Spoelingrichting loopt over de zuigertop
 De motor heeft een hoge gas snelheid.
 Een hoge gas snelheid wordt verkregen door:  Hoge carter compressie. Kleine poorten.
 Relatief een lage poort timing (lange blowdown periode).
 Blowdown periode is de tussen liggende tijd dat de uitlaat poort open gaat tot 
  de speolpoorten openen in graden.
 Wil men een meer gespreid vermogens gebied met een lagere top vermogen dan 
  moet de cilinder voldoen aan de volgende eisen:  Uitlaat poort opent progressief. Spoelpoorten openen na elkaar.
 Gas stromingsrichting naar de achterwand van de cilinder.
 Gas stromingsrichting licht naar boven.
 Om de timing van de cilinder uit te rekenen kun je de volgende formule gebruiken: 
 D=(180-cos((T^2+R^2-L^2)/(2*R*T))*2  T=R+L+C-E  Hier is R = de slag gedeeld door 2 in mm. L = is de drijfstang lengte van hart tot hart in mm.
 C = Afstand top zuiger in B.D.P. tot aan rand van de cilinder in mm.
 E = Afstand van de toprand van de poort tot aan de cilinder toprand in mm.
 Uitlaat timing spoel timing 170° 120°
 180° 124°
 190° 128°
 200° 130°
 Nu kun je aan de hand van de bovenstaande tabel ongeveer uitrekenen wat je 
  moet veranderen. Hier is wel een waarschuwing op zijn plaats, mocht je de spoel poorten niet 
  goed kunnen modificeren door gebrek aan speciaal gereedschap maak dan de uitlaatpoort 
  niet hoger kwa timing dan in de tabel aangegeven spoelduur.
 Vergeet hierbij ook niet dat hier de poort oppervlakte van belang is.
 Ook zul je na een modificatie van de cilinder de uitlaat moeten aanpassen om 
  de gewenste resultaten te krijgen.
 Natuurlijk zoals al eerder vermeld is de oppervlakte van de diverse poorten 
  ook belangrijk. Om een idee te geven hoe dit werkt probeer ik dit in het hier volgend verhaal 
  uit te leggen.
 Als eerste wordt de timing oppervlakte weer gegeven in seconden-mm^2 en om 
  diverse type motoren met elkaar te vergelijken kun je de oppervlakte nogmaals 
  delen door de cilinderinhoud. Om nu het bovenstaande verhaal nog eens op te pakken over veel top vermogen 
  en een gespreid vermogenpak ik het volgend voorbeeld bij de hand.
 Stel je hebt een poort met een oppervlakte van 2cm^2 welke over een tijd van 
  3sec open staat dan zou de timing oppervlakte 3*2=6seconden-cm^2 zijn.
 Nu maken we de poort lager maar wel breder en de poort oppervlakte wordt 3cm^2.
 De poort staat nu nog maar 2 seconden open maar de timing oppervlakte blijft 
  2*3=6 seconden-cm^2.
 Je ziet nu al dat je met deze methode meer mogelijkheden hebt om de timing aan 
  te passen naar de toepassing van de motor.
 Globaal kun je stellen dat de diverse poorten aan de volgende maten moeten 
  voldoen:  Inlaat 0.015 tot 0.020 s-mm^2/cm^3 Spoeling 0.008 tot 0.010 s-mm^2/cm^3
 Uitlaat 0.014 tot 0.016 s-mm^2/cm^3
 Roterende inlaat 0.018 tot 0.019 s-mm^2/cm^3
 Bij benadering kun je de volgende formule toepassen om de diverse timingen 
  uit te rekenen:  Timing oppervlakte = K*H*W/N in s-mm^2  Hier is H de poort hoogte in mm W de poort breedte in mm
 N het toerental in RPM
 K proportioneel getal aan de hand van de
 poortduur.
 Poortduur K130° 14.35
 140° 15.40
 150° 16.45
 160° 17.50
 170° 18.65
 180° 19.65
 190° 20.70
 200° 21.75
 210° 22.80
 Op de volgende pagina heb ik een voorbeeld gegeven met de formules om dit eventueel 
  in een programma te bouwen of de specifieke timing oppervlakte handmatig te 
  berekenen.  Om dit sneller te vergelijken en om de poort breedte of hoogte te converteren 
  naar de specifieke timing oppervlakte is handiger om dit in een computerprogramma 
  te verwerken. Voor het bepalen van de juiste onstekingstijdstip komen de volgende problemen 
  om de hoek kijken. Het ontstekingstijdstip is voor het hele toeren bereik niet het zelfde.
 Jammer genoeg zijn de meeste ontstekingen niet te programmeren hebben een vaste 
  ontstekingstijdstip of vervroegingscurve.
 Er zijn zelfs ontstekingen welke in plaats van vervroegen het tijdstip verlaten.
 Om de juiste tijdstip te vinden kun je gebruik maken van een testbank en een 
  ontsteking met een vast ontstekingstijdstip.
 Je begint dan met bijvoorbeeld een ontstekingstijdstip van 2.2 mm voor bdp (het 
  aantal graden is afhankelijk van de slag en drijfstang lengte) en gaat per 0,1 
  mm naar het bdp.
 Hierna leg je de curves over elkaar en kun je de ideale tijdstippen in een tabel 
  zetten.
 Als je nu een programmeerbare ontsteking hebt kun je de gevonden tijdstippen 
  in de ontsteking programmeren.
 Anders zoek je een tijdstip uit waarbij je een ideale vermogens afgifte hebt 
  voor de toepassing waar je het blok voor wilt gebruiken.
 Alle tweetakt motoren hebben een zelfde probleem. Van een laag toerental tot aan het toerental waarbij het maximale koppel wordt 
  afgegeven is de cilinder vulling niet optimaal wat in houd dat tot op dit punt 
  verhoudingsgewijs erg veel verbrandingsgassen achterblijven in de cilinder na 
  het spoelproces.
 Nu is gebleken dat dit 'vervuilde' mengsel langzamer verbrand dat een schoner 
  mengsel.
 De spoeling van de motor wordt namelijk effectiever naarmate het toerental stijgt 
  dus zal ook het 'verse mengsel' schoner worden en dus sneller verbranden.
 Om dus toch maximale druk op de zuiger te krijgen zonder verliezen zal het ontstekingstijdstip 
  verlaat moeten worden.
 Dit houdt dus in dat het ontstekingstijdstip van stationair toerental tot het 
  toerental waar het maximum koppel geleverd wordt langzaam verlaat moet worden.
 Stijgt het toerental na de afgifte van het maximum koppel nog verder dan zal 
  het ontstekingstijdstip weer vervroegd moeten worden.
 Door specifieke tuning kan het zijn dat deze curve niet erg lineaire is.
 De meeste standaard ontstekingen van wedstrijd motoren zijn wel voorzien van 
  dit type curve maar uiteraard is dit alleen toegesneden op de standaard timing 
  en uitlaat.
 Auteur: ChrisOp dit artikel geldt auteursrecht, niets mag zonder toestemming worden gekopieerd.
 |